Voordat de opvallende villa die er nu staat verrees, hebben op dit perceel verschillende panden gestaan. Ruim 60 jaar deed het pand dienst als woning. In de jaren ’50 kreeg het een culturele bestemming, maar sinds 2019 heeft het weer een woonfunctie en is het opgedeeld in zes appartementen.
Voor de huidige bebouwing stond hier één van de gebouwen van de buitensociëteit Sic Semper, een gezelligheidssociëteit van met name hoge officieren. In de 19e eeuw werden de panden verkocht aan een maatschappij voor de productie van natuurzijde. Helaas was deze maatschappij een kort leven beschoren. In 1880 kocht de koopmansfamilie Van Notten uit Zeist de huizen en bouwde het huidige pand, ontworpen door architect Friedrich Ebert.
Het ontwerp is geïnspireerd door de Italiaanse renaissance. De bakstenen, in warme kleuren, zijn gecombineerd met zandsteen en hardsteen. De ramen hebben rondbogen of frontons en de ingang wordt geflankeerd door pilasters. Het fries onder de daklijst bevat mythologische figuren, dieren en bloemen en is uitgevoerd in sgraffito. Dit is een Italiaanse techniek, waarbij voorstellingen worden uitgekrast in pleisterlagen in verschillende kleuren.
In 1899 kocht ondernemer F.H. Fentener van Vlissingen de villa. Hij was één van de oprichters van de Steenkolen Handels Vereeniging (SHV). In de winter woonde de familie aan de Maliebaan, in de zomer op hun buitenverblijf in Vught.
Zijn opvolger, zoon Frits, en zijn gezin woonden er vanaf 1918. Onder de leiding van Frits Fentener van Vlissingen bloeide de SHV. Daarnaast richtte hij de kunstzijdefabriek ENKA op en was hij betrokken bij de oprichting van KLM, Fokker, Koninklijke Hoogovens en de Jaarbeurs. Hij was de belangrijkste en rijkste industrieel van het land. In 1938 schonk hij de gemeente Utrecht 500.000 gulden voor de bouw van de Stadsschouwburg.
Na de oorlog besloot Frits Fentener van Vlissingen Utrecht te verlaten. Hij schonk de woning aan de gemeente voor culturele doeleinden. Het pand werd eerst een dependance van het Centraal Museum. Later werd de kunstuitleen hier gevestigd, die uiteindelijk in 2013 naar de Sint Jacobsstraat verhuisde.
In overleg met de familie Fentener van Vlissingen is het pand nu opgedeeld in appartementen. De gemeente verkocht het aan de investeringsmaatschappij van een kleinzoon van Frits. De opbrengst van de verkoop kwam ten goede aan TivoliVredenburg.