Op 30 april 1875 werd de rooms-katholieke begraafplaats Sint Barbara ingewijd. De aanleg en de gebouwen zijn een ontwerp van de Utrechtse architect Alfred Tepe (1840-1920). Sint Barbara is onder andere de beschermheilige van de stervenden en beschermster tegen een onvoorziene dood.
De kapel is in Tepe’s bekende neogotische stijl gebouwd. Onder het koor liggen de grafkelders van de aartsbisschoppen. Daarnaast zijn onder andere een groot aantal priestergraven en graven van de Zusters van de Liefde uit Tilburg aanwezig.
Veel bekende Utrechters liggen op deze begraafplaats begraven zoals Pieter d’Hont (beeldhouwer), Jan Jongerius (Ford-handelaar en bekend van Villa Jongerius), Dick Bruna (schrijver) en Willem Aantjes (oud-politicus).
De begraafplaats is aangelegd op het terrein van het voormalige huis Compostel dat in de eerste helft van de 14e eeuw vermoedelijk eigendom was van Herman van Compostel, vicaris van de Pieterkerk.
Een plek waarop katholieken vanaf 1875 hun doden begroeven, werd vanouds Compostel genoemd, een verkorte vorm van Compostella, oftewel Campus Stellae: Sterrenveld. Dit verwijst naar de Spaanse bedevaartsplaats Santiago de Compostella. Vanaf de 10e eeuw gingen pelgrims uit Europa daar naartoe om het graf van Jacobus de Meerdere (Sint Jacob = Santiago) te eren. Het is nog steeds een belangrijke pelgrimsroute.
De familienaam Compostel is in Utrecht al in de 13e eeuw opgetekend. Of de naam aan de pelgrimsstad is verbonden, is niet duidelijk.