Dit spoorwachtershuisje dateert van 1874 toen de Oosterspoorbaan werd aangelegd. Vaak oefenden vrouwen de functie van spoorwachter uit, met hun rode cape, hoge hoed en rode vlag. Een lapje grond naast het spoor diende voor het verbouwen van wat groenten.
Al snel na de aanleg bleek deze spoorlijn geen succes en na 1939 werd de lijn alleen nog voor goederen- vervoer gebruikt. Tot het eind van de 20e eeuw passeerde hier ook de chloortrein. Na protesten van omwonenden werd het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Oosterspoorbaan uiteindelijk gestaakt.
In 1998 werd het spoorwachtershuis door de NS verkocht aan een particulier en in 2012 maakte de spoorweg plaats voor het Oosterspoorbaanpark. Het overgebleven stuk spoorbaan bij de Zonstraat wordt nog steeds gebruikt door het Spoorwegmuseum om te kunnen rangeren.
Het spoorwachtershuisje kwam in 2020 in het nieuws. De nieuwe eigenaar had de lappendeken van verschillende bakstenen, waarmee het huisje eerder was gerestaureerd, antracietkleurig laten schilderen. Ook waren er zonnepanelen op het dak geplaatst. De gemeente eiste dat het huisje werd teruggebracht in de oude staat, inclusief verwijdering van de zonnepanelen. Hierop reageerde de buurt met een petitie die massaal ondertekend werd, waarop de gemeente de eis introk.
De Oosterspoorbaan was een verbinding tussen Amsterdam via Hilversum en Utrecht, tot aan Lunetten. Daar kon men overstappen op een andere trein.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vanaf station Maliebaan via de Oosterspoorbaan meer dan duizend Joden vervoerd naar kamp Westerbork.